Hoezee, de tandenfee!

Jihaa, de eerste wissel is een feit! Mijn kleine, grote vent is begonnen met de aanleg van zijn fietsenstalling. En trots dat ie is! Snap ik natuurlijk, want mijn trots is minstens net zo groot. Het is me wat hoor, die eerste tand verliezen en dan beginnen aan een echt grote mensen gebit. Het had nogal wat voeten in de aarde ook.

Wiebeltand

Weken geleden, zo niet maanden, kondigde de wissel zich al aan. Trots kwam meneer met een vinger in zijn mond vertellen dat er ‘eung ank os it’. Pardon?!? ‘Angaaa, er it eung ank os’! Na nog drie keer gevraagd te hebben wat een ank is en wat daar dan mee aan de hand is, haalde Bink zijn vinger uit zijn mond en vertelde stralend dat zijn tand los zat. ‘Kijk mam, ik kan ‘m zo met mijn vinger heen en weer bewegen, cool hé?’ ‘Ja vent, supercool, nu moet ie er nog uit.’ Hmm, die boodschap had ik misschien beter kunnen verpakken met een mooie strik erom want het maakte de losse tand direct een stuk minder cool. Het maakte ook dat de appels bleven liggen in de koelkast, net als alle andere harde dingen die ervoor konden zorgen dat die tand eruit zou gaan. “Voortaan het liefst vloeibaar,” dacht meneer, maar daar was ik het niet zo mee eens en dus werd alles met erg veel getreuzel zeer voorzichtig in zijn mond gestopt want: losse tand met gevaar tot verlies.

Grove maatregelen

Het deed me denken aan mijn eigen jeugd. In mijn melkgebit zat een zeer hardnekkige tand. Niet omdat ik alles omzeilde te eten dat hard was maar echt hardnekkig vast aan een klein stukje en loslaten ho maar. Mijn vader wist er wel wat op. En dus ging er een touwtje om mijn tand en om de deurklink. Enorm fijne vent, die vader van mij. Zeker toen de deur met een rotklap dichtvloog en ik naast een hardnekkige tand ook een zere mond had. Dat leed besparen we Bink, al dacht manlief er anders over…

Nee, Bink mocht het in zijn eigen tempo doen. En dat tempo ligt nooit zo hoog, dus de eerste wissel duurde even. Maar vorige maand tijdens het Vettt Bengelfestijn was het dan zover. Zomaar, patsboem, daar lag ie, een heel klein ienieminie tandje in zijn hand. Zomaar gebeurt tijdens het springen op het springkussen en met veel geluk niet verloren tussen honderd springende kinderbeentjes. Tandlief werd zorgvuldig opgeborgen in papa’s portemonnee, zodat die ’s avonds onder het kussen kon verdwijnen. De tand natuurlijk, niet papa’s portemonnee 🙂

De tandenfee

Tandenfee

En zo werd hier in huis de tandenfee geïntroduceerd. We hadden haar al eens eerder genoemd in een poging de losse tand er sneller uit te krijgen, maar zoonlief laat zich niet zo makkelijk chanteren en dus was de fee weer naar de achtergrond geschoven. Met de tand onder het kussen hebben we haar weer opgeroepen, want fabeltjes… oh, ik hou er zo van! En Bink is een gewillig slachtoffer voor alle fabeltjes, want hij is minstens net zo goedgelovig als zijn moeder.
In zijn wereld bestaat de tandenfee echt en is ze niet een verhaaltje afgeleid van vroeger toen in Europa de melktanden begraven werden. Nee hoor, Bink’s fee sluipt ’s nachts, wanneer hij droomt over Freek en krokodillen, zijn kamer binnen en legt dan heel zachtjes zonder dat iemand het merkt centjes neer en steekt het kleine tandje in haar glimmende tasje. Vrijdagnacht heeft ze dat voor het eerst gedaan en dat doet ze dat de komende maanden nog zo’n 19 keer. En dan komt er elke ochtend een glunderende, nog slaperige jongen beneden enthousiast zijn euro laten zien. Met een beetje geluk blijft het fabeltje voortbestaan tot de laatste melktand is ingeruild voor een grote mensen tand. Om het een beetje aan te moedigen lees ik hem een verhaaltje voor wanneer er een nieuwe wiebeltand is, of gaan we op in onze eigen fantasie. Geen fantasie? Het verhaaltje is hier te vinden.

 

Over Susan

Meer blogs van Susan lezen? Kijk dan even hier!

Comments are closed.